Wie ben ik

Dit is het verhaal, een leven waarin niets van iemand is, deze dingen zijn in dit leven gebeurd, en dat is zoals het is.

Ik ben Jozef Peeraer, en na een verblijf van 10 jaar in India bij mijn leraar Sri Linga Maharishigalu en zijn vrouw Amma, ben ik weer terug in België beland. Het was een enigszins onwennige ervaring: hier was ik, gekleed in mijn dhoti en tulband, zonder westerse kleding die ik tijdens mijn tijd in India had achtergelaten. De technieken die ik hier aanbied, heb ik geleerd en verfijnd onder leiding van mijn leraar. Mijn tijd in India was doordrenkt van spiritualiteit.

Terug in België heb ik geleerd van Marie-Paule Vyncke. Zij heeft me begeleid naar de verlichtende ervaring die het leven van een persoon kan transformeren, in de meest letterlijke zin.

Gedurende de periode van 1991 tot 2007 heb ik door heel Vlaanderen meditatiecursussen en lezingen gegeven. We hebben zelfs zeven jaar lang het oude Vedische gebruik van de "vuurpot" in een Bierbeeks bos onderhouden tijdens nieuwe maan.

Vanaf 2007 heb ik een periode van rust genomen. Maar nu begint het weer te kriebelen. De technieken die ik ken, hebben het potentieel om de levenskwaliteit zo aanzienlijk te verbeteren dat het oneerlijk zou zijn om ze niet met iedereen te delen.

Dit is het verhaal van een eenheid met dat wat is, waarbij het 'ik' eigenlijk niet bestaat maar een droom is. Meer hierover ontdek je in de rubriek: "Wil je meer?"

Hier een fragment van dat 'ik'-verhaal.

Ik ontmoette Appa in Gokarna, een heilige stad aan zee net onder Goa. Jaarlijks reisde Appa daar met zijn volgelingen naartoe.

Aan het strand, aan de linkerkant, was er een grot die na een korte klim te bereiken was. Een zittende sadhu vertelde me dat ik de Bhagavad Gita moest kopen; volgens hem was het een essentieel boek. Dus ging ik naar het dorp en kocht ik een Engelse versie in de plaatselijke boekwinkel.

Toen ik terugkeerde naar de grot, merkte ik dat er veel mensen waren. Appa kwam aan met zijn gezelschap van 25 mannen en vrouwen. De sadhu zei, nadat Appa en hij hadden gesproken, dat Appa een goede leraar was. "We krijgen hier elke dag eten en worden niet weggestuurd. Elke dag pannenkoeken." Mijn ego was verkocht!

(Altijd die gedachte van 'ik', die ons aanzet en deelneemt aan wat we zijn, 'ik' bestaat, 'ik' doe alles en ik kan dit ruiken en voelen en ik ben belangrijk. Maar daarover later meer.)

Appa en zijn volgelingen bouwden een vuurpot in de hoofdgrot. Vroeg in de ochtend, nog voor zonsopgang, strooiden ze kleurpoeder rond de vuurplaats. Er ontstond een vuur, gebeden werden gemurmeld, wierook werd verbrand en mantra's werden gezongen. Het leek uren te duren, maar het was een spectaculair spektakel. Voor het eerst voelde ik een connectie met iets zo krachtigs. Dit was waarvoor ik naar India was gekomen!

Van jongs af aan was ik al gefascineerd door het idee van God. Ik wilde Hem zien, Hem ontmoeten. Na veel lezen begreep ik dat als ik God wilde ontmoeten, ik naar India moest gaan. Eindelijk werd mijn droom werkelijkheid, toen ik een uitwisselingsvisum kreeg tussen de Belgische en Indiase regeringen. Het stelde me in staat om een jaar te blijven, verlengbaar met nog een jaar en zo verder. Met die mogelijkheid in gedachten begon ik mijn reis naar India, van België naar Gokarna. Eindelijk ontmoette ik mijn Guruji, "Appa" Sri Linga Maharishigalu.

Na onze eerste ontmoeting in Gokarna keerde ik terug naar Goa en begon ik een reis langs ashrams door heel India. Ik nam deel aan Kumbh Melas, verbleef maandenlang in de Hare Krishna-tempel van ISKCON, en dwaalde rond in Rishikesh, te voet op weg naar de Himalaya's.

Tegen de tijd van Shivaratri was ik echter terug in Gokarna. Ik had mijn besluit genomen: ik zou in dienst gaan bij Appa. Ik pakte mijn spullen in, laadde alles op mijn fiets en reed de berg op naar Hubli, Karnataka. Met een briefje met zijn naam en locatie bij me, begon ik aan de zware reis. Na enkele dagen kwam ik in het dorp dat op het briefje stond, maar Appa was alweer verder naar een ander dorp, Nillur, 100 kilometer verderop. De mensen waren vriendelijk en zorgden goed voor me.

In Nillur brachten ze me naar Shantegeri, enkele kilometers verderop, boven op een tafelberg, waar ik Appa's toenmalige verblijfplaats vond. Appa was er niet, alleen Amma was thuis. Ze zag dat ik er vermoeid uitzag en bereidde meteen een heerlijk gerecht voor me, al was het wel extreem pittig!

Appa kwam de volgende dag aan en merkte op dat ik een jaar had verspild door eerst naar Noord-India te gaan.

Hoewel ik de taal niet begreep en geen letter Kannada kende en Appa geen Engels sprak, begonnen we met gebarentaal te communiceren. Shantigeri was een betoverende plek. De omgeving was adembenemend, de stilte was oorverdovend en de lucht was zo helder dat je je in de ruimte waande. De avonden waren magisch, met een hemel vol schitterende sterren en vallende sterren.

Je realiseerde je daar hoe klein je bent.

Shantigeri was een ommuurd tempelcomplex met twee grote tempels en enkele kleinere kapellen. Ook waren er twee overdekte rustplaatsen in een hoekige, bijna romaanse stijl, gebouwd met enorme rotsblokken. Alles was stralend wit gekalkt. De tempels boden een heerlijke koelte.

Slapen deden we op de grond, met matjes als matras.

Voor zonsopgang stonden we op en begaven we ons naar het toilet in de natuur met een waterpotje. Daarna doken we in het water van een nabijgelegen dam om ons te wassen en een frisse dhoti aan te trekken. Ik mediteerde dan een tijdje in een klein grotje met uitzicht op een vuurpot, gevolgd door een uur japa (herhaling van een mantra) en soms urenlang met half open ogen turen naar de verte.

Doel: God zien!

Soms, na een staat van samadhi, merkte Appa op dat God zien gemakkelijk is, maar "God Zijn" is duizend keer moeilijker.

Later, na het aanleren van wat Kannada, kreeg ik les in Vedanta Jnana Yoga en Advaïta Vedanta van Appa. Maar hij bleef hameren op het belang van dienen en offeren. "Doe gewoon je dienst, verspil geen energie aan nutteloze zaken. Jij doet niets, dingen gebeuren. Stel geen vragen, want je weet niets. Hij die beseft dat hij niets weet, is wijs."

Appa was in zijn geboortedorp een invloedrijk persoon. Hij had de burgemeester, ook wel de Gauda, verslagen, die kennelijk een tiran was. Hier vertelde hij altijd fascinerende verhalen over.

Zijn dorpsgenoten kwamen regelmatig bij hem om advies te vragen bij problemen in het dorp.

Een keer vroeg iemand aan Appa hoe hij Engelse mensen onze filosofie kon bijbrengen, aangezien zij ons decennialang hadden onderdrukt. Appa bracht deze persoon snel tot zwijgen door te zeggen: "Als onze filosofie zo bijzonder is, waarom kom jij dan vanuit Europa hier naartoe en zet je al die moeite in, terwijl jullie er in de buurt wonen en het jullie niet interesseert?"

NieuwsbriefSchrijf u in op onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste nieuws!
Schrijf u in op onze nieuwsbrief

Ontvang gratis onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte!